Geselecteerde doelsoorten
Gladde slang en boomkikker
Van de waargenomen soorten scoren de boomkikker en de gladde slang het hoogst: beide soorten komen voor op bijlage 4 van de habitatrichtlijn (HR4), Daarnaast worden beide soorten in Nederland in hun voortbestaan bedreigd en internationaal gezien heeft Nederland een relatief grote betekenis voor het behoud van deze soorten (i-criterium). Ook vertonen beide soorten in Nederland een dalende trend (t-criterium). Van de boomkikker kan men zich echter afvragen of deze soort wel geselecteerd moet worden: de dichtstbijzijnde populatie bevindt zich immers in Echt.
In het beschermingsplan boomkikker stellen Crombaghs en Lenders (2001) echter dat er buiten de bestaande boomkikker leefgebieden in Limburg en Brabant nog extra verbindingszones en leefgebieden moeten worden ontwikkeld. De habitateisen van de boomkikker zijn wellicht de hoogste van alle Nederlandse amfibieën. Bijzondere amfibieën zoals de (hierna) als doelsoort geselecteerde poelkikker en kamsalamander voelen zich in een boomkikkerhabitat uitstekend thuis. Door uit te gaan van de habitateisen van de boomkikker wordt aan die van andere amfibieën ruimschoots voldaan.
Poelkikker, zandhagedis en kamsalamander
Poelkikker, zandhagedis en kamsalamander komen voor op bijlage 4 van de habitatrichtlijn (HR4) en zijn kwetsbaar in Nederland. Internationaal gezien heeft Nederland een relatief grote betekenis voor het behoud van deze soorten (i-criterium).
Das
De das komt niet voor op bijlage 4 van de Habitatrichtlijn en ook niet op de Rode lijst. Omdat de percelen van Sanders en Geraedts deels als compensatie voor dassenleefgebied zijn ingericht en omdat het gebied ten oosten van de A73 een belangrijke verbindingszone is voor de Limburgse dassenpopulatie, wordt deze soort toch als doelsoort geselecteerd.